De wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven heeft bij het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie een Ombudsdienst voor telecommunicatie opgericht die bevoegd is voor de betrekkingen tussen de eindgebruiker, in de zin van de van kracht zijnde wetgeving inzake elektronische communicatie, en de volgende personen:
De Ombudsdienst is samengesteld uit twee leden die behoren tot een verschillende taalrol. De Ombudsdienst treedt op als een college. De Koning benoemt de leden van de Ombudsdienst bij een in Ministerraad overlegd besluit, voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.
Er dient te worden opgemerkt dat het begrip ‘college’ zoals bedoeld in de wet van 21 maart 1991, niet hetzelfde is als dat in het Koninklijk Besluit dat de voorwaarden verduidelijkt waaraan de gekwalificeerde entiteit bedoeld in boek XVI van het wetboek van economisch recht moet voldoen. In dat laatste wordt immers aangegeven dat wanneer de regeling van consumentengeschillen door een college geschiedt, het aantal vertegenwoordigers van consumenten en ondernemingen gelijk is. De wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven preciseert dat: “de Ombudsdienst is samengesteld uit twee leden; zij behoren tot een verschillende taalrol. De Ombudsdienst treedt op als college. Niettemin mogen de ombudsmannen elkaar onderling delegaties verlenen via een collegiale beslissing, goedgekeurd door de Minister bevoegd voor telecommunicatie.”
De heer Luc Tuerlinckx, ombudsman
Koning Albert II-laan 8 bus 3
1000 Brussel
Tel: 02 223 09 09 – Fax: 02-219 86 59
E-mail: klachten@ombudsmantelecom.be
Ondernemingsnummer: 0243.405.860
Monsieur David Wiame, Médiateur
Boulevard Roi Albert II 8 boîte 3
1000 Bruxelles
Tel.: 02 223 06 06 – Fax: 02 219 77 88
E-mail: plaintes@mediateurtelecom.be
Ondernemingsnummer: 0243.405.860
De Koning bepaalt bij een in Ministerraad overlegd besluit, op advies van het Instituut, de menselijke en materiële middelen die het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie ter beschikking van de Ombudsdienst voor telecommunicatie moet stellen.
De werkingskosten van de Ombudsdienst voor telecommunicatie komen ten laste van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie. Om de dienstverlening van de Ombudsdienst voor telecommunicatie te financieren, betalen de ondernemingen bedoeld in artikel 43bis, § 1, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, jaarlijks aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie een bijdrage die vastgesteld is op grond van de kosten voor de financiering van de Ombudsdienst voor telecommunicatie, “ombudsbijdrage” genoemd.
Jaarlijks bepaalt het Instituut het bedrag van de ombudsbijdrage verschuldigd door elke in artikel 43bis van de wet bedoelde onderneming. De in artikel 43bis, § 1, van deze wet bedoelde ondernemingen delen elk jaar uiterlijk op 30 juni aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie de omzet mee die het voorgaande jaar behaald is voor elk van de activiteiten die onder de bevoegdheid van de Ombudsdienst vallen.
Het bedrag van de ombudsbijdrage komt overeen met het bedrag van de financiële middelen die nodig zijn voor de werking van de Ombudsdienst dat ingeschreven is op de begroting van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie voor het lopende jaar, na advies van de Inspectie van Financiën en van het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie, vermenigvuldigd met een coëfficiënt die gelijk is aan het aandeel van de onderneming in de omzet die tijdens het voorgaande jaar door alle betrokken ondernemingen is behaald voor de activiteiten die onder de bevoegdheid van de Ombudsdienst vallen.
De eerste 1.240.000 EUR van de omzet van iedere onderneming wordt niet in aanmerking genomen bij de berekening van de ombudsbijdrage. De ombudsbijdragen moeten uiterlijk op 30 september van het jaar waarvoor zij verschuldigd zijn, worden betaald op het rekeningnummer dat door het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie is opgegeven. Bijdragen die niet zijn betaald op de vastgestelde vervaldatum geven van rechtswege en zonder ingebrekestelling aanleiding tot een intrest tegen het wettelijke tarief verhoogd met 2%. Die intrest wordt berekend naar rata van het aantal kalenderdagen achterstal. Uiterlijk één maand voor de vervaldatum deelt het Instituut aan de in artikel 43bis van de wet bedoelde ondernemingen het bedrag mee van de verschuldigde bijdrage.
De ombudsmannen leggen elk jaar het ontwerp van begroting van de Ombudsdienst voor telecommunicatie voor advies voor aan het Raadgevend Comité voor de telecommunicatie. De begroting van de Ombudsdienst voor telecommunicatie maakt afzonderlijk deel uit van de begroting van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie.
Al deze inlichtingen, net als onze jaarverslagen, ons procedurereglement en onze opdrachten, kunnen op eenvoudig verzoek worden verkregen per post (Ombudsdienst voor telecommunicatie, Koning Albert II-laan 8 bus 3, 1000 Brussel – Tel. 02 223 09 09 – Fax 02 219 86 59 – klachten@ombudsmantelecom.be).